hier ben ik weer met jullie taken .
Neem rustig de tijd om eerst goed de klasblog te lezen .
juf Maddy
08.45 - 09.00 :LEZEN VAN DE KLASBLOG
09.00-09.45 :TAAK 1(WISKUNDE of TAAL )
WISKUNDE : Rekensprong C les 120 p. 78 - 79 OMTREK
Hoe ga ik te werk ?
1. OMTREK : dat is de buitenste rand van figuren .
a.EERST bekijk je volgend filmpje:
omtrek-en-oppervlakte
Wij leren vandaag enkel over de omtrek , dat is eigenlijk de buitenste rand.
b. Maak nu oefening 1 p. 78 Overtrek de OMTREK van deze figuren in een kleur,
gebruik je lat waar het kan .
2. BEREKEN de omtrek van deze figuren : oef 2 p. 78
= om de omtrek van veelhoeken te weten, maak ik de som van de lengtes van de zijden.
a. zie onderstaand filmpje
zijden op.
3. Oef. 3 p .79 Overtrek de omtrek van de letter in een kleur , meet alle zijden, tel de
lengte van de zijden op .
4. Oef. 4 p . 79 Kijk goed naar de tekening en beantwoord de vraag.
5. Op BINGEL staan nog 2 taken klaar over de omtrek.
09.45-10.00 TAFELDICTEE (in een apart schriftje of blaadje, schrijf de oefeningen over)
(verbeter eerst de oefeningen van dinsdag 28 april : 480/189/832/49/120 // 110/250/109/190/ q 2 r 3)
4 x 2 x 60 = ..... 160 : 4 = .....
3 x 313 = ...... 280 : 7 = ....
8 x 50 = .... 630 : 6 = .....
10 x 100 = ..... 840 : 10 = ....
9 x 2 x 2 = ...... 24 : 7 = q . r.
10. 00 - 10.30 : PAUZE (doe wat je leuk of ontspannend vindt : bewegen, een spel spelen...)
10.30 - 11. 15 : TAAK 2 ( WISKUNDE of TAAL )
TAAL : Thema 7 les 4 Zinnen bouwen Taalboek B p . 24 / Werkschrift B p. 23-24
Zinnen : zinnen afbouwen en zinnen aanvullen.
We leren over zinnen .
Een zin kan kort zijn en toch duidelijk .
Maar soms moeten we meer informatie geven en maken we een zin langer door erbij
te vertellen WAAR het gebeurt , WANNEER het gebeurt .....
Een voorbeeld :
Jefke is op bezoek .
WAAR ? Jefke is op bezoek bij juffrouw Maddy .
WANNEER ? Jefke is op bezoek bij juffrouw Maddy op vrijdagavond.
of : Op vrijdagavond is Jefke op bezoek bij juffrouw Maddy.
( ik kan de woorden dus gerust wisselen van plaats )
Neem nu je Taalboek B p. 24
*Lees goed de opdracht !
*Je begint bij de eerste prent , je kijkt goed wat erbij komt en vult je vorige zin aan , enzovoort...
* Je zegt de zinnen luidop , je mag ze ook op een blaadje schrijven maar dat moet niet.
Neem nu je werkschrift B p. 23
* Oef. 1: zinnen langer maken.
- Kijk naar de tekening en lees de zin , maak ze langer door telkens 1 symbooltje te kiezen.
(dit hoeft niet of het einde van de zin te zijn , je kan gerust het deeltje midden in de zin plaatsen)
- Je zegt de zinnen luidop.
Voorbeeld : Peter eet een boterham.
Peter eet elke weekdag een boterham .
Tijdens de kerstvakantie eet Peter elke weekdag een boterham .
.................................
Doe dit nu ook met de zin : Mieke leest een boek .
*Oef. 2: zinnen langer maken.
- Maak de zin langer en schrijf hem opnieuw , zodat we weten WAAR en WANNEER ze dat doen.
Kijk natuurlijk goed naar de tekening !
Zeg de zin eerst luidop , pas dan schrijf je zin op .
Heb aandacht voor de hoofdletters en leestekens.
* Oef. 3 p. 24 : Staat er te veel , te weinig of net genoeg informatie in de zin ?
Zet een kruisje bij het juiste antwoord.
* Oef 4 : Werkwoorden (herhaling )
Weet je nog hoe we werkwoorden zoeken in een zin ?
-> We stellen de ja/nee vraag , het woord dat vooraan komt te staan is het werkwoord.
Voorbeeld :
a. Het Elfje rijdt twaalf keer rond de tafel .
Ja/ nee vraag = Rijdt het Elfje twaalf keer rond de tafel ?
Werkwoord = Rijdt
In mijn zin zet ik dus een streepje voor en een streepje na rijdt.
-> Het Elfje /rijdt / twaalf keer rond de tafel.
Je maakt nu de rest van de oefeningen (b - c- d- e- f- g- h)
* Op BINGEL staat nog een taak klaar over werkwoorden.
* Oef . 5 maak je NIET .
11.15-11.30 : KWARTIERLEZEN (eigen boek of strip/boek uit de boekenkast op Bingel)
Dit was het voor vandaag !
Op woensdag GEEN vergadering , we horen elkaar morgen (donderdag ) om 13 u
Geen opmerkingen:
Een reactie posten